BKL-voorzitter Cornelis de Geus: ‘corona brengt ons als regio dichter bij elkaar’

Praten met de voorzitter van de Bedrijfskring Langedijk, Cornelis de Geus, over de gevolgen van de coronacrisis voor de leden van zijn ondernemersclub, kan niet zonder stil te staan bij zijn eigen bedrijf. Want zowel zijn sportschool als de horeca en evenementenorganisatie zijn door deze crisis zwaar geraakt. ‘Mijn gedachten zijn in de afgelopen maanden echt alle kanten opgegaan. We zijn als sport- horeca en evenementenbranche hard getroffen. Over de hele linie bekeken, gaan we hier de komende jaren de rekening van betalen.’

Ondanks zijn eigen positie en zijn vurige pleidooi dat de maatregelen snel zullen worden afgezwakt en we weer vol aan de slag kunnen, praat De Geus toch al gauw over de algemene situatie in Langedijk. ,,Het sentiment is heel divers, van grote bedrijven die het echt heel lastig hebben tot bedrijven die nu juist meer omzet draaien dan anders. Maar je hoort niemand er hardop over praten. Langedijker ondernemers hebben nu eenmaal een Westfriese mentaliteit. Dat maakt dat ze hun mond houden en doorgaan met ondernemen. We zijn geen Amsterdammers. Als het goed gaat, hoor je ons niet, maar ook niet als het minder gaat. Iedereen schikt zich in zijn lot. Ik denk wel dat het samengaan van onze bedrijfskring met die van Heerhugowaard op het juiste moment komt. We hebben elkaar harder nodig dan ooit.’’

Schouders eronder
Ondanks de malheur ziet De Geus ook lichtpuntjes. ,,Zeker’’, beaamt hij. ,,We kunnen deze crisis benutten om elkaar beter te vinden en dat is gebeurd. De manier waarop we in deze barre tijden met elkaar optrekken in de regio, is meer dan hoopgevend. Er is regelmatig overleg tussen de bedrijfsverenigingen van Alkmaar, Heerhugowaard en Langedijk, de wethouders van Economische Zaken en bedrijfscontactfunctionarissen van de gemeenten. Je kunt zeggen dat corona ons als regio dichter bij elkaar heeft gebracht. De onderlinge sfeer is uitstekend en ik hoop van harte dat dit kan uitmonden in een gezonde collectieve visie en ambitie voor de hele regio. Bepaalde bedrijfstakken krijgen absoluut harde tikken, maar laten we niet op rem trappen en doorgaan met wat we in ons hoofd hadden en daar onze schouders onder zetten. Dan kunnen we straks twee stappen vooruit zetten. We zitten nu even in een reactieve fase en dat moet weer proactief worden. Het is logisch dat we nu handelen naar de situatie, maar we mogen onze doelen en thema’s niet uit het oog verliezen.’’

Daarmee lijkt het alsof het geharrewar over welke stadsdelen dan bij Alkmaar of de nieuwe fusiegemeenten moeten toebehoren, naar de achtergrond zijn verschoven. ,,Ik blijf van mening dat een grote fusie van Alkmaar het beste en meest effectieve is. Nu gaan we voor een goede samenwerking tussen Alkmaar en de nieuwe gemeente Dijk en Waard. Zaken dienen in ieder geval goed op elkaar aan te sluiten en die bereidheid proef ik nu zeker. Dus geen ziekenhuisgedoe meer of elkaar op elke vierkante meter willen aftroeven, maar de onderwerpen slim op- en aanpakken op basis van waar de beste kansen liggen.’’

Een eigen knip kunnen trekken
Zoals de overheid nu de portemonnee flink opendoet voor steun aan het bedrijfsleven, zo moet wat De Geus betreft deze ondernemende regio ook een eigen knip kunnen trekken. ,,Laat dit een moment van bezinning zijn, want er komen in de toekomst vast nog vaker momenten van tegenslag, maar ook kansen. Daarom zou het goed zijn als we juist nu via de OZB dat ondernemersfonds kunnen opzetten. Daar ligt een mooie rol weggelegd voor de gemeente, als neutrale partij, om die pot met geld te beheren. In principe moet dat geld worden besteed aan projecten aan de voorkant. Zaken waar het bedrijfsleven van kan profiteren. Of je er aan de achterkant ook wat mee moet doen, bijvoorbeeld door noodlijdende bedrijven vandaaruit te ondersteunen, laat ik nu even in het midden. In ieder geval is dit een manier om ook de “free riders” onder de ondernemers mee te laten betalen aan de toekomst van onze regio en haar ondernemingen! Onze positie t.a.v. de overheid versterk je hiermee. Nu moeten we voor alles telkens te biecht bij de provincie of gemeente en dat duurt vaak te lang of komt niet van de grond. De situatie van nu toont aan hoe belangrijk het is om vanuit het collectief te opereren. Dus nogmaals; samen de schouders eronder.’’